1. Home
  2. Inspiratie
  3. Het Jurkjes.nl modewoordenboek

Het Jurkjes.nl modewoordenboek

Door Britte Kramer - Dinsdag 16 December 2014 | 13:01

Mode-ABC
De Dikke van Dale heeft er sinds vandaag wat woorden bij. ‘Dagobertducktaks’ is verkozen tot woord van het jaar 2014. ‘Moestuinsocialisme’ behaalde de tweede plaats, en het totaal nutteloze ‘stemfie’ (een selfie in het stemhokje) wist de derde plek te bemachtigen. Vonden we die van vorig jaar toch een stuk gezelliger: ‘selfie’, bijvoorbeeld, en ‘sukkelseks’ (‘seks die niet gericht is op het leveren van seksuele topprestaties’). Maar ook in modeland is er nogal wat abracadabra dat uitleg kan gebruiken. Daarom presenteren wij bij dezen: het Jurkjes.nl modewoordenboek!

ABCDE

A
A-lijnjurkje: taps uitlopend jurkje (in de vorm van een ‘A’)
Aangeknipte mouw:
mouw die zonder naad aan het kledingstuk is verbonden
Anorak: zware jas met capuchon, die over het hoofd moet worden aangetrokken
Anna Fieldpatroon van ruiten
Aviators: zonnebril in pilotenstijl
Aztec (print): Azteekse print van zigzaglijnen, opgevuld met patroontjes

B
Bandeau: elastische top, in principe uit één stuk stof, die slechts de borsten bedekt
Batik: Indonesisch bedrukt katoen
Beanie: muts met hangend (of juist omhoog staand) uiteinde
Bodycon (jurk): nauwsluitende jurk (afkorting voor ‘body conscious’)
Bolero: kort jasje met open voorkant
Brogue: herenschoen met gaatjes

C
Chelsea boot: strakke enkellaars met elastisch stuk aan de zijkant
Chino: taps toelopende broek van chinostof (katoen), met plooien onder de tailleband
Cirkelrok: rok die geknipt is in de vorm van een grote cirkel
Clutch: rechthoekig tasje zonder hengsel, dat met de hand gedragen wordt
Color blocking: combinatie van effen vlakken in verschillende (vaak felle) kleuren
Creeper: loaferachtige schoen met platformzool
Crew neckhooggesloten ronde hals (zoals die van een standaard T-shirt)
Crop top: top die de buik bloot laat (in het Nederlands ook wel ‘naveltruitje’)
Cuff: het Engelse woord voor ‘manchet’ – ook manchetbrede armband of oorsieraad met klemsysteem
Culotte: een doodgewone broekrok
Cutout: weggeknipte vlakken uit kleding of schoenen

D
Degradé: kleurverloop
Dip dye: verftechniek waarbij een item slechts deels in verf gedoopt wordt (meestal de onderkant)
Dip hem: rok of jurk die aan de voorkant kort(er) is en aan de achterkant lang(er)
Dirndl: Beiers/Oostenrijkse jurk – in Nederland alleen toegestaan tijdens carnaval of oktoberfest
Double breasted: een dubbele rij knopen
Double face: binnenstebuiten draagbaar

E
Empire (lijn): kledingstuk dat uitloopt vanaf okselhoogte
Enveloptas: clutch met envelopsluiting
Epaulet: schouderversiering


FGHIJ

F
Fedora:
gedeukt hoedje met brede band
Flanelzacht materiaal dat gebruikt wordt voor pyjama’s en houthakkersbloezen; de term wordt ook gebruikt als vervangend woord voor ‘houthakkersbloes’
Flapperdressjurk in jaren ’20-stijl
Flared (jeans):
pijpen die vanaf de knie wijd uitlopen
Fringes:
het Engelse woord voor franje

G
Gabardine: wollen stof die waterdicht is gemaakt
Gilet: mouwloos colbert, vaak getailleerd

H
Harembroek: broek met laag kruis
Hoodie: trui met capuchon

J
Jegging: jeanslegging
Jumpsuit: pak uit een stuk, met lange pijpen


KLMNO

K
Kaftan: enkellange overjurk met lange mouwen
Kapmouw: tussen mouwloos en korte mouw in
Kimonovan oorsprong Japans kledingstuk, een soort kamerjas met wijde mouwen, meestal van een gladde, soepele, satijnachtige stof
Klokrok: zie ‘cirkelrok’
Kokerrok: nauwsluitende rok tot net over de knie

L
Lamé: weefsel met goud- of zilverdraad
LBD: ‘little black dress’, oftewel: klein zwart jurkje
Loafer: instapper, vaak met kwastjes op de wreef

M
Maokraag: rechte, genaaide band op ronde halsopening, met knoopsluiting
Mesh: stof met open structuur, waardoor doorschijnend
Mitaine: handschoen die de vingertoppen bloot laat
Mof: kokervormige handenwarmer
Mullet: zie ‘dip hem’

N
Neon: felle, fluorescerende kleuren
Neopreen: synthetisch rubber, veel gebruikt voor duik- en surfpakken

O
Off-shoulder: zodanig wijde hals, dat een van de mouwen ontbloot is
Ombre: zie ‘degradé’
Onesie: comfortabel pak uit een stuk, met lange pijpen en mouwen
Overgooier: wijde, mouwloze jurk – vaak van wat stugger materiaal

 

PQRST

P
Paisley (print): Perzisch motief dat doet denken aan blaadjes of grote komma’s
Palazzo (broek): broek waarvan de pijpen vanaf de heup wijd uitlopen
Paperbag (taille): taille waarbij een stukje stof boven de riem uitkomt, als bij een bijeengebonden papieren zak
Pareo: doek die wordt omgewikkeld als jurk of rok
Parka: driekwart jas met grote zakken en capuchon, traditioneel in olijfgroen
Peacoat: double breasted jas van zware wol met breed revers, traditioneel in marineblauw
Peeptoe: schoen met opening bij de tenen
Peplum: uitstaand randje stof (ruche) op taille- of heuphoogte
Pied-de-poule: tweekleurig textielpatroon (letterlijk: hanenpoot)
Pinstripekrijtstreep (dun wit streepje over zwarte stof)
Playsuit: pakje uit een stuk, met korte pijpen
Plissé: geplooide stof
Pochet: gevouwen doek die uit een borstzakje steekt
Preppy: klassieke, van oorsprong Amerikaanse college-stijl

R
Raglanmouw: schuine naad die loopt van kraag tot okselhoogte
Ruffle: ruche

S
Single breasted: een enkele rij knopen
Skaterdress: A-lijnjurkje, met strak lijfje en soepelvallend, wijd uitlopend rokje
Slingback: schoen met riempje over de hiel
Smokwerk: borduurwerk met plooitjes waardoor de stof wat elastisch wordt
Space dye: een stuk garen dat uit twee of meerdere kleuren bestaat
Spandex: elasthaan – een rekbare stof, waar bijvoorbeeld badpakken van worden gemaakt
Stola: lange, brede sjaal die over de schouders wordt gedragen

T
Tartan:
Schotse ruit
Ton-sur-ton: combinatie van verschillende tinten van een kleur
Tie dye: verftechniek op basis van het opknopen van de stof
Tregging: een legging met het uiterlijk van een broek
Trenchcoat: regenjas met dubbele rij knopen, wijd revers en riem
Tribal: grafische print, meestal in aardetinten en/of zwart
Trompe l’Oeil: geschilderde print die bedrieglijk realistisch aandoet
Turtleneckrelatief lage col
Tutu: kort, wijduitstaand rokje van gaas – oorspronkelijk gedragen door ballerina’s
Twinset: combinatie van een hemdje en een vestje in dezelfde kleur en van hetzelfde materiaal


UVWXYZ

V
Vichyruit: fijn streepruitje, in wit en een andere kleur (ook wel BB-ruit)
Vissenstaartjurk: jurk die vanaf de knie wijd uitloopt (ook wel ‘fishtail’)
Vleermuismouw: wijd uitlopende mouw die het effect geeft van een vleermuis


Ook een modegerelateerd woord tegengekomen waarvan de betekenis je niet meteen duidelijk was? Deel het hieronder, dan voegen wij het toe aan de lijst!

Lees ook